Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • smaak·te

Werkwoord

vervoeging van
smaken

smaakte

  1. enkelvoud verleden tijd van smaken
    • Ik smaakte. 
    • Jij smaakte. 
    • Hij, zij, het smaakte. 
     Nog nooit smaakte spaghetti zo goed.[1]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers