sloddervos
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: sloddervos (hulp, bestand)
- IPA: /'slɔderˌvɔs/
Woordafbreking
- slod·der·vos
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘slordig mens’ voor het eerst aangetroffen in 1693 [1]
- samenstelling van slodder ww en vos zn [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sloddervos | sloddervossen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de sloddervos m
- iemand die op grove wijze onordelijk is
- Wat een sloddervos ben je toch!
Antoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen
1. iemand die op grove wijze onordelijk is
Gangbaarheid
- Het woord sloddervos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sloddervos" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ "sloddervos" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ sloddervos op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be