slobbroek
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- slob·broek
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van slob en broek zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | slobbroek | slobbroeken |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (kleding)
Gangbaarheid
- Het woord slobbroek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "slobbroek" herkend door:
71 % | van de Nederlanders; |
59 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be