Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • slijp·ta·fel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord slijptafel slijptafels
verkleinwoord slijptafeltje slijptafeltjes

Zelfstandig naamwoord

de slijptafelv / m

  1. instrument om iets te slijpen
    • Veel slijptafels zijn onbemand. Voor Diwali werkten er 700 mensen bij Pramukh Gems, nu nog ongeveer de helft. Een goede slijper kan, op basis van stukloon, wel 8.000 rupees (125 Euro) per maand verdienen (voor zes dagen in week, tien uur per dag), maar gemiddeld zijn de lonen 25 procent naar beneden gegaan omdat ook de productiviteit is gedaald, zegt directeur Gadhiya. [1] 
    • Omdat niet alle bagage mee kon in het vliegtuig, werd een vrachtwagen gehuurd. Schaatsen, schaatspakken, slijptafels, fietsen, rollerbanken en sportvoeding gingen volgens Groenewold mee in de vrachtauto. [2] 

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. NRC Wim Brummelman 27 februari 2009 Hemel is neergevallen op de mensen in Gujarat
  2. NRC 24 november 2011 Spullen van schaatsers weer terug
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be