slemper
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- slem·per
Woordherkomst en -opbouw
- naamwoord van handeling van slempen met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | slemper | slempers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- iemand die te vaak te veel eet en drinkt
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'slemper' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "slemper" herkend door:
55 % | van de Nederlanders; |
32 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be