slagersvrouw
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sla·gers·vrouw
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van slager en vrouw met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | slagersvrouw | slagersvrouwen |
verkleinwoord | slagersvrouwtje | slagersvrouwtjes |
Zelfstandig naamwoord
de slagersvrouw v
- (beroep) de vrouw van een slager
Gangbaarheid
- Het woord slagersvrouw staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.