Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • slacht·of·fert

Werkwoord

vervoeging van
slachtofferen

slachtoffert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van slachtofferen
    • Jij slachtoffert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van slachtofferen
    • Hij slachtoffert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van slachtofferen
    • Slachtoffert! 

Gangbaarheid