slachter
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- slach·ter
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van slachten met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | slachter | slachters |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (beroep) iemand die slacht
Verwante begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord slachter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "slachter" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be