slachten
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- slach·ten
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘doden voor consumptie’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1477 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
slachten /'slɑxtə(n)/ |
slachtte /'slɑxtə/ |
geslacht /ɣə'slɑxt/ |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
slachten
- overgankelijk een dier doden voor het vlees of als offer. [2]
- Zij slachtten een lam voor het feestmaal.
- lijken op [3]
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. een dier doden voor het vlees of als offer
Gangbaarheid
- Het woord slachten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "slachten" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "slachten" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ slachten op website: Etymologiebank.nl
- ↑ slachten op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be