skateboarden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- skate·boar·den
Woordherkomst en -opbouw
- Van skateboard
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
skateboarden |
skateboardde |
geskateboard |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
skateboarden
- inergatief zich voortbewegen op een skateboard, een plank met vier wieltjes eronder
- Tieners skateboardden op het pleintje.
Vertalingen
1. zich voortbewegen op een skateboard
Gangbaarheid
- Het woord skateboarden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "skateboarden" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be