skald
- skald
- Afkomstig van de Oudnoorse woord skáld.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | skald | skalden |
verkleinwoord |
de skald m
- (letterkunde), (dichtkunst) een Noordse hofdichter, heldendichter, volksdichter, dichterzanger en geschiedschrijver
- Skalden schreven gedichten over de Noordse mythologie in allitererende versvorm.
1. een Noordse hofdichter, heldendichter, volksdichter, dichterzanger en geschiedschrijver.
- Het woord skald staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "skald" herkend door:
9 % | van de Nederlanders; |
19 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- skald
- Afkomstig van de Oudnoorse woorden skáld.
enkelvoud | meervoud |
---|---|
skald | skalds |
skald
- (letterkunde) skald
- «More than 300 skalds are known from the period between AD 800 and 1200.»
- Meer dan 300 skalds zijn uit de periode tussen 800 en 1200 na Christus bekend.
- «More than 300 skalds are known from the period between AD 800 and 1200.»
- skald
- Afkomstig van de Oudnoorse woorden skáld en skald
skald m
- (letterkunde) skald.
- «Torbjørn Hornklove var skald hos Harald Hårfagre.»
- Torbjørn Hornklove was de skald van Harald Fairhair.
- «Torbjørn Hornklove var skald hos Harald Hårfagre.»
- (letterkunde) een lyrische dichter, poëet.
m | enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | skald | skalden | skalder | skaldene |
genitief | skalds | skaldens | skalders | skaldenes |
- [2]: dikter
- [1]: skaldisk
- [1]: hirdskald, skaldediktning, skaldemjøden, skaldedikt, skaldekvad
- [2]: vår store skald Henrik Wergeland
onze grote skald Henrik Wergeland
Boek van J. K. Rowling "Skalden Skurres historier"
- (vertaling) De verhalen van de skald Skurre
- (Nederlandse titel) De Vertelsels van Baker de Bard
- skald
- Afkomstig van de Oudnoorse woorden skáld en skald
skald m
- (letterkunde) skald.
- «Torbjørn Hornklove var skald hos Harald Hårfagre.»
- Torbjørn Hornklove was de skald van Harald Fairhair.
- «Torbjørn Hornklove var skald hos Harald Hårfagre.»
- (letterkunde) een lyrische dichter, poëet.
- «Olav Aukrust var ein stor skald.»
- Olav Aukrust was een grote skald.
- «Olav Aukrust var ein stor skald.»
m | enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | skald | skalden | skaldar | skaldane |
genitief |
- [2]: diktar
- [1]: skaldisk
- [1]: hirdskald, skaldedikting, skaldemjøden, skaldedikt, skaldekvede