sinterklaascadeau


 
sinterklaascadeau
  • sin·ter·klaas·ca·deau
enkelvoud meervoud
naamwoord sinterklaascadeau sinterklaascadeaus
verkleinwoord sinterklaascadeautje sinterklaascadeautjes

het sinterklaascadeauo [1]

  1. een cadeau wat men geeft of ontvangt bij het sinterklaasfeest
     Hij oogt als een kind dat een sinterklaascadeau uitpakt.[2]
     "We begonnen met vijftig kinderen. Nu helpen we landelijk 5000 kinderen", zegt Elisa Nuij van de Sinterklaasbank. Dat is een soort voedselbank, maar dan voor sinterklaascadeaus. Het is één van de eerste initiatieven, Elisa bedacht het in 2008.[3]
     PvdA-leider Lodewijk Asscher vindt dat met de 1.4 miljard euro hele andere dingen gedaan kunnen worden en noemt de maatregel een 'sinterklaascadeau voor beleggers'.[4]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Het dosseir” (2017), Luitingh-Sijthoff  , ISBN 9789021042503
  3.   Weblink bron “Ook arme gezinnen een gevulde schoen door 'Sinterklaasvoedselbank'” (zaterdag 26 november 2016, 06:38), NOS
  4.   Weblink bron “Discussie over afschaffen dividendbelasting duurt voort” (dinsdag 14 november 2017, 16:50), NOS