sinopel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- si·no·pel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sinopel | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het sinopel o
- (heraldiek), (kleur) de kleur groen zoals deze op wapens gebruikt wordt
- Een leeuw van sinopel op een veld van zilver.
Anagrammen
Gangbaarheid
- Het woord sinopel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sinopel" herkend door:
22 % | van de Nederlanders; |
26 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be