sijpelt in
- Geluid: sijpelt in (hulp, bestand)
- sij·pelt in
vervoeging van |
---|
insijpelen |
sijpelt (...) in
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van insijpelen
- Jij sijpelt in.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van insijpelen
- Hij sijpelt in.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van insijpelen
- Sijpelt in!
- Het woord sijpelt in staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.