vervoeging van
signar

signase

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van signar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van signar
vervoeging van
signarse

signase

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van signarse
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van signarse