showman
- show·man
- uit het Engels
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | showman | showmannen showlieden showlui |
verkleinwoord | showmannetje | showmannetjes |
de showman m
- iemand die een optreden heeft voor het publiek
- (figuurlijk) iemand die heel overdreven doet
- Het kan natuurlijk zijn dat Trumps propaganda voor Brexit bij woorden blijft, zoals zoveel bij deze showman. Dat Amerika veel grotere belangen in Europa op het spel zou zetten om Engeland te behagen, is moeilijk voor te stellen. Maar woorden, zoals Churchill als geen ander wist, zijn belangrijk.[1]
- Het woord showman staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "showman" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ NRC Ian Buruma 9 december 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be