Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • se·sam·zaad
Woordherkomst en -opbouw
1 enkelvoud meervoud
naamwoord sesamzaad -
verkleinwoord - -
2 enkelvoud meervoud
naamwoord sesamzaad sesamzaden
verkleinwoord sesamzaadje sesamzaadjes

Zelfstandig naamwoord

het sesamzaado

  1. het zaad van de sesam
    • Ik vind brood met sesamzaad erg lekker. 
  2. een individuele zaad van de sesam
    • Een sesamzaadje is niet erg groot. 

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be