Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sek·ta·ris·me
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord sektarisme
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het sektarismeo

  1. de neiging van een (religieuze) beweging om zich af te scheiden van de grotere geloofsgemeenschap en de maatschappij
    • 'De wreedheden van Peshawar hebben Pakistan veranderd. We moeten de terroristische mentaliteit uitroeien. Het extremisme en sektarisme moeten we een nederlaag toebrengen', zei Sharif. [2] 
    • Christelijke kerken in Nederland vergrijzen of lopen leeg, op een uitzondering na. De Pinkstergemeente - ruim 120.000 leden - groeit, ondanks negatieve berichten over misbruik en sektarisme. En vooral jongeren lopen weg met de beweging, blijkt uit Zondagskinderen, vandaag live bij VICE. [3] 

Gangbaarheid

84 % van de Nederlanders;
69 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen