Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sei·zoens·drank
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord seizoensdrank seizoensdranken
verkleinwoord seizoensdrankje seizoensdrankjes

Zelfstandig naamwoord

de seizoensdrankm

  1. (drinken) een drank die alleen in een bepaald seizoen gemaakt en/of geconsumeerd wordt

Gangbaarheid