seizoenen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sei·zoe·nen
Zelfstandig naamwoord
de seizoenen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord seizoen
- ▸ Ik geloof in de kracht van de natuur, in het wonder van de seizoenen, en de elementen die continu in beweging zijn.[1]
Verwijzingen
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers