Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • se·cans
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord secans secansen
secanten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de secansv / m

  1. (wiskunde) omgekeerde van de cosinus: bij een scherpe hoek in een rechthoekige driehoek de lengte van de schuine zijde gedeeld door de aanliggende zijde
    • Aboe-I-Wafa (940-998), die zijn kennis der trigonometrie gebruikte om (sexagesimale) sinustabellen voor intervallen van 15' samen te stellen, met waarden tot in acht decimalen nauwkeurig. Hij werkte ook met tangenten en voerde in studies over zonnewijzers de secans en de cosecans in. [3]
  2. (meetkunde) (verouderd) lijn die een kromme op twee punten snijdt
    • Daarbij reeds kwam men aan de waarschijnlijkheid te kort: het plaatsen in eene halve ronde, vlak naar den toeschouwer gekeerd - de eerste rij stoelen dus als eene horizontale secans gedacht - maakte de zee, rechts van den toeschouwer, al heel twijfelachtig. [4]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

12 % van de Nederlanders;
30 % van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen