scout
- scout
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘padvinder’ voor het eerst aangetroffen in 1912 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | scout | scouts |
verkleinwoord |
de scout m
- algemene naam voor leden van de scouting
- Bevers, welpen, scouts en exporers zijn allemaal scouts.
- een speltak bij scouting waarvan de leden tussen de 11 en 16 jaar oud zijn.
- iemand die zoekt naar talentvolle kandidaten voor een functie
- [3] headhunter, talentenjager
vervoeging van |
---|
scouten |
scout
- Het woord scout staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "scout" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "scout" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be