Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schuld·cul·tuur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord schuldcultuur schuldculturen
verkleinwoord schuldcultuurtje schuldcultuurtjes

Zelfstandig naamwoord

de schuldcultuurv

  1. cultuur waarin grote waarde gehecht wordt aan het persoonlijk normen- en waardestelsel en waarin het eigen geweten in hoge mate bepalend is voor het handelen van het individu (voor zover dat überhaupt mogelijk is binnen een groep mensen)
    • Schuldgevoel treedt in een schuldcultuur op als bepaalde gedragingen niet in overeenstemming zijn met dit interne normen- en waardenstelsel. Daarbij zou het minder van belang zijn - zoals dat wel het geval is in een schaamtecultuur - of het normoverschrijdend gedrag zichtbaar is voor anderen 
Verwante begrippen

Gangbaarheid