schubappel

Schubappel

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  schubappel    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• schub·ap·pel

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  schub  en  appel 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	schubappel	schubappels schubappelen
verkleinwoord	schubappeltje	schubappeltjes

Zelfstandig naamwoord

de schubappel m

1. (plantkunde) (fruit) Annona squamosa  een vruchtboom die op de Antillen voorkomt

Synoniemen

• kaneelappel, zoetzak, suikerappel

Vertalingen

    1. Annona squamosa, een vruchtboom die op de Antillen voorkomt   

Duits: Rahmapfel (de) Engels: sugar apple (en) Frans: pomme canelle (fr)

Papiaments: skopapel Spaans: chirimoyo (es) m, anón (es) m, anona (es) v

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Gangbaarheid

• Het woord schubappel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.