schrokop
- schrok·op
- samenstelling van schrok en op
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schrokop | schrokoppen |
verkleinwoord | - | - |
de schrokop m
- iemand die met overmatige gretigheid iets verorbert, schrokker, schrokkerd, gulzigaard
- Het woord schrokop staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "schrokop" herkend door:
84 % | van de Nederlanders; |
79 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be