schrijversnaam
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: schrijversnaam (hulp, bestand)
- IPA: / ˈsxrɛivərsˌnam / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- schrij·vers·naam
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schrijversnaam | schrijversnamen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de schrijversnaam m
- naam van de maker zoals die in een boek of andere tekst wordt vermeld
- Als kind groeide Wiesje van Santen op aan de Plantage Middenlaan. Een intens gelukkige jeugd.
Toen ik acht was
bracht mijn moeder
ons soms naar Artis
als een privé-tuin
tegenover ons huis.
Zo begint een gedicht dat ze veel later publiceerde onder haar schrijversnaam Louise van Santen. [1]
- Als kind groeide Wiesje van Santen op aan de Plantage Middenlaan. Een intens gelukkige jeugd.
- aangenomen naam die een auteur gebruikt om te verbergen wie hij is
- Jan Hendrik Frederik Grönloh, beter bekend onder zijn schrijversnaam Nescio, ving het verlangen naar maatschappelijke onthechting in een mooi beeld. [2]
- Manson , de Schrijver van den Courier de l'Europe, is zeker, bij de Hollandsche Patriotten, een even zo gehaate Schrijvers-naam als Linguet bij de Fransche Parlementen, (…) [3]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord schrijversnaam staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Boelaars, B.‘Gedichten brachten veel later soms bevrijding’ (2 mei 2014) op website: nrc.nl; geraadpleegd 2017-10-15
- ↑ "Pieter. Leven als niet-al-te-hard-werkende aristocraat" (13 augustus 2014) op website: nrc.nl; geraadpleegd 2017-10-15
- ↑ pamflet Aanmerkingen op het boekje, getijteld: De Pruisschen aangeklaagd voor de vierschaar van Europa (1791); p. 51; (oudste vindplaats op Delpher, gespeld met koppelteken) geraadpleegd 2017-10-15