schraalhans
- Geluid: schraalhans (hulp, bestand)
- schraal·hans
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schraalhans | schraalhanzen |
verkleinwoord |
de schraalhans m
- een te zuinig persoon
- schraalhans is (keuken)meester
een zeer armoedige toestand
- ▸ Maar FC Twente haalt door het succes zo gruwelijk veel geld uit de sponsormarkt, dat het voor de sportclub in deze regio schraalhans meester is geworden.[3]
- ▸ Complimenten dus aan de boer en de slager, maar 'mijnheer' Croy heeft vervolgens bevolen dat het niet te duur mag worden en dus is schraalhans meester in de keuken.[4]
- ▸ Vergeleken met dergelijke vormen van gezinspolitiek is in Nederland schraalhans keukenmeester. Van de kinderbijslag kun je in ons land net aan de luiers voor je baby betalen.[5]
- Het woord schraalhans staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "schraalhans" herkend door:
70 % | van de Nederlanders; |
43 % | van de Vlamingen.[6] |
- ↑ schraalhans op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Joost Dijkgraaf“Biljartclub Hengelo trekt zich terug uit in eredivisie” (13-07-2011), Tubantia
- ↑ Weblink bron “Brabants landleven voor 65-plussers” (10-01-2017), Tubantia
- ↑ Weblink bron Jan Schippers“Column: Wij zijn niet in staat onze kinderen comfortabel leven te bezorgen” (25-07-2019), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be