Nederlands

 
schouwveger
Uitspraak
Woordafbreking
  • schouw·ve·ger
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord schouwveger schouwvegers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

schouwveger m [2]

  1. (beroep) iemand die schoorstenen van binnen schoonmaakt
    • Volgens Loïc Delahaye, zaakvoerder van De Schouwveger in Oostende, is een propere schouw noodzakelijk om problemen te voorkomen. 'Bij vaste en vloeibare brandstoffen is een jaarlijkse controle verplicht, bij gas moet de schouw om de tweejaar gecontroleerd en schoongemaakt worden', zegt Loïc, die bevestigt dat schouwen enkel met stalen borstels goed kunnen worden gekuist.[3] 
    • Brandweerkorpsen en schouwvegers krijgen ook meer aanvragen om schouwen op kauwen te inspecteren. In Zonnegem verongelukte onlangs een man die zelf een draadconstructie wou plaatsen op zijn schouw. Hij viel van zijn ladder en stierf ter plaatse.[4] 
Synoniemen

Gangbaarheid

79 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen