schotelrek
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: schotelrek (hulp, bestand)
Woordafbreking
- scho·tel·rek
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van schotel en rek
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schotelrek | schotelrekken |
verkleinwoord | schotelrekje | schotelrekjes |
Zelfstandig naamwoord
schotelrek
- rek waar schotels in of op kunnen worden geplaatst
Gangbaarheid
- Het woord 'schotelrek' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.