schotbalken
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: schotbalken (hulp, bestand)
- IPA: / ˈsxɔdbɑlkə(n) / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- schot·bal·ken
Woordherkomst en -opbouw
- schotbalk met uitgang -en
Zelfstandig naamwoord
de schotbalken mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord schotbalk
- Bij de doorgang naar haventerreinen was daar een stukje van de dijk vervangen door gemetselde muren, met daarin flinke sponningen. Daarin kon tijdens zeer hoog water een dubbele rij balken -schotbalken- worden aangebracht. In ernstige gevallen werd de ruimte tussen beide schotbalkwanden snel opgevuld met zandzakken en klei. [1]
Gangbaarheid
- Het woord schotbalken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ "Een muur van mensen redde Colijnsplaat" in: Watersnood documentatie 1953 - brochures (1 februari 1991); p. 11 kol. 3; geraadpleegd 2018-12-07