schommelaar
- Geluid: schommelaar (hulp, bestand)
- schom·me·laar
- naamwoord van handeling van schommelen met het achtervoegsel -aar[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schommelaar | schommelaars |
verkleinwoord |
de schommelaar m
- iemand die op een schommel heen-en-weer beweegt met een slingerbeweging
- Het woord schommelaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.