schoenkast
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: schoenkast (hulp, bestand)
Woordafbreking
- schoen·kast
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van schoen zn en kast zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schoenkast | schoenkasten |
verkleinwoord | schoenkastje | schoenkastjes |
Zelfstandig naamwoord
- een kast waarin je schoenen kunt opbergen
- In onze hal staat een grote schoenkast
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord schoenkast staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.