Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schier·ei·land
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘deel van continent dat aan één kant uitsteekt’ voor het eerst aangetroffen in 1852 [1]
  • samenstelling van  schier bw  en  eiland zn 
enkelvoud meervoud
naamwoord schiereiland schiereilanden
verkleinwoord schiereilandje schiereilandjes

Zelfstandig naamwoord

schiereiland o

  1. (aardrijkskunde) een landmassa die voor het grootste deel door water omgeven wordt, en slechts op (relatief) smalle verbinding heeft met het vasteland
    • Voorbeelden van schiereilanden zijn Marken, via een smalle dam met het vaste land verbonden, en het Iberisch schiereiland. 
Verwante begrippen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen