Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schie·mant

Werkwoord

vervoeging van
schiemannen

schiemant

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schiemannen
    • Jij schiemant. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schiemannen
    • Hij schiemant. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van schiemannen
    • Schiemant! 

Gangbaarheid