scherper

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  scherper    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• scher·per

Woordherkomst en -opbouw

• Naamwoord van handeling van scherpen met het achtervoegsel -er

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	scherper	scherpers
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de scherper m

1. iets of iemand die iets scherp maakt

Hyponiemen

• boorscherper, potloodscherper

Bijvoeglijk naamwoord

scherper

1. onverbogen vorm van de vergrotende trap van scherp

   ▸ Verder merkte ik dat mijn smaak iets scherper werd zodat ik me onmiddellijk stoorde aan de chemische smaak van het kraanwater in de stad na weken uit de rivier te hebben gedronken.

Gangbaarheid

• Het woord scherper staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "scherper" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
98 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.