schepjes
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- schep·jes
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ||
verkleinwoord | schepjes |
Zelfstandig naamwoord
de schepjes mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord schepje
- verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord schep
- meervoudsvorm als officiële benaming (buikpotigen) Philinidae een familie van kleine tot middelgrote weekdieren uit de klasse van de Gastropoda (slakken) en de orde Cephalaspidea. Deze roofslakken, die wereldwijd worden gevonden, worden gekenmerkt door een dunne binnenschaal. Tot de schelpjes-familie behoren onder andere het gewoon schepje, het ketting-schepje, het gestippeld schepje en het gezaagd schepje
Hyperoniemen
- [2] slakken, weekdieren, dieren
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Gangbaarheid
- Het woord schepjes staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.