Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sche·mer·we·reld
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord schemerwereld schemerwerelden
verkleinwoord schemerwereldje schemerwereldjes

Zelfstandig naamwoord

de schemerwereldv / m

  1. een omgeving waarin alles onduidelijk en onveilig is
     Toen was ze al onderweg naar de beangstigende schemerwereld van de dementie en dacht dat ik haar vader was die ergens rond 1920 was overleden.[1]
     Prostitutie anno 2016: in de schemerwereld van de illegaliteit: Raamprostitutie verdwijnt langzaam maar zeker uit het straatbeeld. Wrang genoeg jaagt juist het overheidsbeleid - dat het beroep had moeten legaliseren - de vrouwen de illegaliteit in.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Henning Mankell (vert.Clementine Luijten)
    “Italiaanse schoenen” (2011), De Geus (uitgeverij), ISBN 9789044521832
  2.   Weblink bron “Prostitutie anno 2016: in de schemerwereld van de illegaliteit” (29-03-2016), NOS