scheepsromp
  • scheeps·romp
enkelvoud meervoud
naamwoord scheepsromp scheepsrompen
verkleinwoord

de scheepsrompm

  1. (scheepvaart) het kale casco van een schip zonder tuig, machines, opbouw of inrichting; de buitenste laag van een schip
     Ik overgoot haar lichaam en de scheepsromp met benzine.[2]
     Er zijn inmiddels enorme drijvende kranen aangekomen op de rampplek, maar de Zuid-Koreaanse overheid wil die nog niet inzetten. Het gebruik van het grote materiaal zou namelijk fataal kunnen zijn voor overlevenden in de scheepsromp. Omdat men nog niet wil uitsluiten dat iemand het heeft overleefd, wordt daarom gewacht.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Henning Mankell (vert.Clementine Luijten)
    “Italiaanse schoenen” (2011), De Geus (uitgeverij), ISBN 9789044521832
  3.   Weblink bron “Duikers bergen lichamen bootramp” (20-04-2014), NOS