Nederlands

 
scheepsbel
Uitspraak
Woordafbreking
  • scheeps·bel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord scheepsbel scheepsbellen
verkleinwoord scheepsbelletje scheepsbelletjes

Zelfstandig naamwoord

de scheepsbelv / m

  1. een koperen bel op een schip waarmee men de passagiers en bemanningsleden kan waarschuwen en groeten
     '0 ja, voor ik het vergeet', hij draaide zich weer om en wees naar een grote scheepsbel die boven het barretje hing, áls deze klinkt betekent dat ofwel etenstijd, ofwel er zijn walvissen gespot, ofwel er is iets mee te delen, ofwel er is iets gebeurd.[1]
     Ruimtevaarder André Kuipers krijgt de scheepsbel van het marineschip Hr. Ms. Zuiderkruis. Het schip is vandaag na 36 jaar trouwe dienst uit de vaart genomen tijdens een officiële ceremonie in de haven van Den Helder.[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. “Noorderlicht” (2021), de Crime Compagnie, ISBN 9789461094766
  2.   Weblink bron “Bel Zuiderkruis voor Kuipers” (10-02-2012), NOS