saquer
Frans
Uitspraak
Werkwoord
saquer
- (spreektaal) laten zakken, laten afgaan
- «Putain, le prof de math, il m’a trop saqué, il m’a mis que 8 à mon contrôle!»
- De wiskundeleraar heeft me verdomme laten sjezen, hij gaf maar een 4 voor mijn overhoring! [1]
- «Putain, le prof de math, il m’a trop saqué, il m’a mis que 8 à mon contrôle!»
- (spreektaal) wegsturen, de laan uit sturen
- «On s’est fait saquer de la piscine.»
- We zijn weggestuurd uit het zwembad.
- «On s’est fait saquer de la piscine.»
se saquer
- wederkerend (spreektaal) ervandoor gaan
- «Il est où Julien? Il s’est saqué!»
- Waar is Julien? Hij is ervandoor gegaan! [1]
- «Il est où Julien? Il s’est saqué!»