Op Prinsjesdag vuren de Gele Rijders elke minuut een saluutschot af als eerbetoon aan de Koning van Nederland
Acht militairen geven een saluutschot bij de begrafenis van een marinier.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sa·luut·schot
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord saluutschot saluutschoten
verkleinwoord saluutschotje saluutschotjes

Zelfstandig naamwoord

het saluutschoto

  1. (militair) kanonschot als eerbetoon
    • Ter ere van de koning werd er een saluutschot afgevuurd. 
     Vanaf vertrek tot aankomst wordt er op het Malieveld iedere minuut een saluutschot afgevuurd door de batterij 11e Afdeling Rijdende Artillerie (Gele Rijders).[2]
     Een internationale vloot van marineschepen vaart achter de veteranen de Schelde door, en eert hen met saluutschoten.[3]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Marissa van Loon
    “Teruglezen: Hoekstra presenteert Miljoenennota aan Tweede Kamer” (17 september 2019) op nrc.nl
  3.   Weblink bron
    Ingmar Vriesema
    “'De oorlog is nooit opgehouden. Ja hier wel ja. Maar om ons heen niet'” (31 augustus 2019) op nrc.nl