saluutschot
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: saluutschot (hulp, bestand)
- IPA: / saˈlytsxɔt / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- sa·luut·schot
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | saluutschot | saluutschoten |
verkleinwoord | saluutschotje | saluutschotjes |
Zelfstandig naamwoord
het saluutschot o
- (militair) kanonschot als eerbetoon
- Ter ere van de koning werd er een saluutschot afgevuurd.
- ▸ Vanaf vertrek tot aankomst wordt er op het Malieveld iedere minuut een saluutschot afgevuurd door de batterij 11e Afdeling Rijdende Artillerie (Gele Rijders).[2]
- ▸ Een internationale vloot van marineschepen vaart achter de veteranen de Schelde door, en eert hen met saluutschoten.[3]
Gangbaarheid
- Het woord saluutschot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Marissa van Loon“Teruglezen: Hoekstra presenteert Miljoenennota aan Tweede Kamer” (17 september 2019) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Ingmar Vriesema“'De oorlog is nooit opgehouden. Ja hier wel ja. Maar om ons heen niet'” (31 augustus 2019) op nrc.nl