salomonszegel
- (IPA in voorbereiding)
- sa·lo·mons·ze·gel
- geoniem, samenstelling van Salomon en "koning Salomo uit de Bijbel, door de littekens in de vorm van een davidster die afgestorven bloemstengels uit vorige jaren op de wortelstok achterlaten" en zegel zn met het invoegsel -s-
- In de betekenis van ‘plant’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1543 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | salomonszegel | salomonszegels |
verkleinwoord | salomonszegeltje | salomonszegeltjes |
de salomonszegel m
- (bloemplanten) een geslacht Polygonatum van overblijvende kruiden . In de 23e druk van de Heukels is het ondergebracht in de aspergefamilie (Asparagaceae ). Het is ook wel in andere families ingedeeld
- Het woord salomonszegel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- [1] salomonszegel in het Nederlands Soortenregister N
- [1] salomonszegel op Wikidata