sagacity
- sa·gac·i·ty
- Afkomstig van Frans: sagacité zn ← Oudfrans: sagacite zn ← Latijn: sagacitas zn ("snelheid van waarneming") ← sagax zn "van scherpe waarneming", op te vatten als afgeleid van sagacious bn met het achtervoegsel -ity
Naar frequentie | 129629 |
---|
enkelvoud | meervoud |
---|---|
sagacity | (sagacities) |
sagacity
- perspicaciteit, schranderheid, scherpzinnigheid, scherpe blik, slimheid, spitsheid, subtiliteit, vernuft