rumpsteak
- rump·steak
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rumpsteak | rumpsteaks |
verkleinwoord |
de rumpsteak m
- (voeding) een lap rundvlees, kalfsvlees of paardenvlees van de bovenbil
- ▸ Het is overigens nog maar de vraag of Albert Heijns vertaalhulp wel de gehoopte duidelijkheid verschaft. Want een biefstuk heet in Vlaanderen over het algemeen ook gewoon een biefstuk, en geen 'rumpsteak'. En een karbonade, dat is helemaal geen kotelet, zegt professor Gino Van Ossel, maar stoofvlees.[3]
- Het woord rumpsteak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ rumpsteak op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Albert Heijn geeft Belgen Appie-les” (07-03-2011), Tubantia