Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rug·gen·merg
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ruggenmerg -
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het ruggenmergo

  1. (anatomie) het gedeelte van het centrale zenuwstelsel dat zich in het ruggenmergskanaal bevindt
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

93 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be