Frans

Werkwoord

vervoeging van
rouiller

rouille

  1. eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van rouiller
  2. eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van rouiller
  3. tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van rouiller