Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rot·dag
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rotdag rotdagen
verkleinwoord rotdagje rotdagjes

Zelfstandig naamwoord

de rotdagm

  1. vervelende dag
    • Het was vandag een rotdag met rotweer. 

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be