rondwandeling
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- rond·wan·de·ling
Woordherkomst en -opbouw
- naamwoord van handeling van rondwandelen met het achtervoegsel -ing[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rondwandeling | rondwandelingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de rondwandeling v
- een wandeling waarbij het eindpunt hetzelfde is als het beginpunt
- ▸ 'Anders dan Tsjechov in zijn correspondentie beweert, zijn de Tomskenaars juist ordelijk en proper, zeggen een paar oudere Siberiërs die ik er tijdens mijn rondwandeling naar vraag.[2]
- ▸ Maar praten doen de dorpsbewoners niet of nauwelijks meer over Jasper S. Het leven is verder gegaan in het nuchtere Friese dorp, blijkt bij een rondwandeling over de stille boerenwegen. Degenen die dat wel doen, willen niet met naam en toenaam in de media worden genoemd. Het dorp is klein, men kent elkaar.[3]
- ▸ Het nieuwe Klompenpad in Eerbeek gaat op vrijdag 25 februari open voor wandelaars. Het Eertbeeckse Beekpad is een rondwandeling van 16 kilometer door het buitengebied van Eerbeek. Het startpunt van het Klompenpad is bij De Korenmolen aan de Kanaalweg.[4]
Synoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord rondwandeling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Het brilletje van Tsjechov : reizen door Rusland” (2014), Atlas Contact , ISBN 9789045024875
- ↑ Weblink bron Ilan Sluis“Oudwoude over tot orde van de dag” (27-02-2013), NOS
- ↑ Weblink bron Jurre Jochemsen“Nieuw Klompenpad in Eerbeek volgende week vrijdag open” (17-02-2022), Tubantia