Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rond·ach·tig
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen rondachtig rondachtiger rondachtigst
verbogen rondachtige rondachtigere rondachtigste
partitief rondachtigs rondachtigers -

Bijvoeglijk naamwoord

rondachtig

  1. lijkend op een rondevorm
    • Deze dikke man heeft niet alleen qua uiterlijk maar ook qua karakter iets rondachtigs. Hij is namelijk heel vriendelijk en makkelijk. 

Gangbaarheid