robustezcáis
vervoeging van |
---|
robustecer |
robustezcáis
- aanvoegende wijs tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van robustecer
- gebiedende wijs (ontkennend) tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van robustecer
vervoeging van |
---|
robustecer |
robustezcáis